Mentoraat

Mentoren

Voor een goede band tussen leerlingen, ouders en school zijn onze mentoren van grote waarde. In de leerjaren 1 en 2 heeft elke klas twee mentoren. Zij zijn beiden het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. Het daarvoor bestemde mentoruur is in het rooster opgenomen. Tijdens dat uur bespreken de mentoren met de klas of met individuele leerlingen schoolzaken, studieresultaten of persoonlijke zaken. 

Begeleiding in de bovenbouw

Ook in de bovenbouw geldt die goede begeleiding. In leerjaar 3 en 4 krijgt elke klas twee eigen mentoren en is er een mentoruur in het rooster. De begeleiding door de mentoren is meer gericht op iedere leerling individueel, met als voornaamste doel: slagen voor je examen. 

Mentoruur

In het mentoruur biedt de HBM (naast de klassenzaken en persoonlijke zaken) ook een breed aanbod aan lessen over vakoverstijgende onderwerpen. Aan bod komen: 

  • Studievaardigheden (o.a. plannen, leren leren) 
  • Sociale vaardigheden (o.a. weerbaarheid, omgaan met elkaar, voorkomen en oplossen van pesten) 
  • Gezondheid (o.a. gezonde eetgewoonten, bewegen, seksualiteit en grenzen) 

We streven ernaar de klassen niet te groot te maken met gemiddeld 26 leerlingen. Soms komt het voor dat de klas toch groter is. Maximaal 30 leerlingen proberen we te plaatsen in één klas.

Op de HBM haal je het vmbo-tl (mavo) diploma.

In de onderbouw (klas 1 en 2) mag je niet van het schoolplein af. In de bovenbouw mag dit wel.

In je rooster staat welk vak je op welk uur hebt en in welk lokaal. Zo weet je waar je elk lesuur moet zijn en welke boeken je mee moet nemen voor die les. In Magister kan je zien hoe je rooster eruit ziet en of er wijzigingen zijn.
Via het programma CUP schrijf je in op de flexuren. Je kan dan kiezen uit stilte uren, werk uren en begeleidingsuren. Je kiest minimaal 10 en maximaal 15 flexuren.

Je kan bij elke docent hulp vragen als je iets niet begrijpt. Elke docent geeft begeleidingsuren waarop je kan inschrijven. Tijdens dit soort uren kan je onder begeleiding van een vakdocent werken aan het vak dat je moeilijk vindt. Ook kan je altijd terecht bij één van je mentoren.